Waarom een kat niet meer op de kattenbak gaat: Oorzaken en oplossingen
KATTEN
5/31/20253 min read
Inleiding
Onzindelijk gedrag bij katten is een veelvoorkomende klacht onder katteneigenaren en één van de belangrijkste redenen waarom katten uiteindelijk in asielen terechtkomen. Een kat die plotseling stopt met het gebruik van de kattenbak kan dit doen om medische, gedragsmatige of omgevingsredenen. Dit artikel bespreekt de onderliggende oorzaken en biedt praktische, wetenschappelijk onderbouwde oplossingen.
1. Medische oorzaken
Urineweginfecties (UTI), blaasontsteking en pijn
Katten kunnen het gebruik van de kattenbak vermijden wanneer plassen pijnlijk is. Dit gedrag is vaak geassocieerd met:
Feline idiopathische cystitis (FIC)
Urineweginfecties (UTI)
Urolithiasis (blaasstenen)
Chronische nierziekte
Een kat kan de kattenbak associëren met pijn en daarom een alternatieve locatie zoeken.
🔬 Onderzoek: Volgens een studie gepubliceerd in het "Journal of Feline Medicine and Surgery" (Buffington, 2002) blijkt dat stressgerelateerde blaasontstekingen (FIC) vaak worden veroorzaakt of verergerd door een onvoorspelbare leefomgeving.
✅ Oplossing:
Laat de kat altijd medisch onderzoeken bij een plotselinge verandering in plasgedrag.
Een urinetest, echo of bloedonderzoek kan onderliggende aandoeningen uitsluiten of bevestigen.
2. Gedragsmatige oorzaken
Stress en angst
Veranderingen in de omgeving (zoals een verhuizing, nieuw huisdier, baby of bezoek) kunnen leiden tot stress. Stress beïnvloedt het gedrag van katten sterk, inclusief hun toiletgedrag.
🔬 Onderzoek: Een studie van Stella et al. (2013) benadrukt het belang van voorspelbare routines en veilige ruimtes voor katten om stress en onzindelijk gedrag te beperken.
✅ Oplossing:
Creëer rustige, veilige schuilplekken.
Zorg voor stabiele routines.
Overweeg feromoontherapie zoals Feliway® (klinisch bewezen rustgevend effect).
3. Problemen met de kattenbak zelf
Slechte locatie of vieze bak
Katten zijn hygiënische dieren. Een vieze kattenbak, verkeerde locatie of onvoldoende aantal bakken kan onzindelijkheid veroorzaken.
🔬 Gedragsstudie: De American Association of Feline Practitioners (AAFP) raadt aan om minimaal één kattenbak per kat plus één extra te hebben, verspreid over verschillende rustige locaties in huis.
✅ Oplossing:
Maak de bak dagelijks schoon.
Gebruik ongeparfumeerde kattenbakvulling.
Zet de bak op een stille, toegankelijke plek (niet naast voer of wasmachine).
Test eventueel meerdere soorten vulling en bakken.
4. Territoriaal sproeien vs. onzindelijkheid
Sommige katten sproeien als een vorm van territoriale markering, wat kan worden verward met onzindelijkheid. Dit gebeurt vaker bij intacte (niet-gecastreerde) katten of bij aanwezigheid van andere katten.
🔬 Onderzoek: Sproeigedrag neemt significant af na castratie (Hart & Barrett, 1973).
✅ Oplossing:
Laat katten tijdig steriliseren/castreren.
Beperk het zicht op buitenkatten (gordijnen, raamfolie).
Behandel gespannen relaties tussen katten in huis (via gedragstherapie of middelen zoals Zylkene®).
5. Cognitieve achteruitgang bij oudere katten
Oudere katten kunnen door cognitieve disfunctie (vergelijkbaar met dementie bij mensen) de kattenbak vergeten of niet op tijd halen.
🔬 Onderzoek: Landsberg et al. (2010) beschrijven hoe ouderdomsveranderingen het geheugen, de zindelijkheid en oriëntatievermogen van katten aantasten.
✅ Oplossing:
Zet extra kattenbakken op strategische plaatsen.
Gebruik lage instapbakken bij artrose.
Overweeg supplementen voor cognitieve ondersteuning (bv. omega-3 vetzuren, S-adenosylmethionine).
Conclusie
Het niet meer gebruiken van de kattenbak is een serieus signaal dat aandacht verdient. Medische problemen, stress, omgevingsfactoren en gedragsstoornissen zijn veelvoorkomende oorzaken. Met een gestructureerde aanpak — medisch onderzoek, gedragsanalyse en aanpassing van de leefomgeving — is dit gedrag vaak goed te behandelen. Een tijdige, empathische benadering vergroot het welzijn van kat én eigenaar aanzienlijk.
Bronnen
Buffington, C.A.T. (2002). External and internal influences on disease risk in cats. Journal of Feline Medicine and Surgery, 4(3), 181-189.
Stella, J.L., et al. (2013). Environmental enrichment for indoor cats: An evidence-based review. Journal of Feline Medicine and Surgery, 15(3), 219–232.
Hart, B.L., & Barrett, R.E. (1973). Effects of castration on fighting, roaming, and urine spraying in adult male cats. Journal of the American Veterinary Medical Association, 163(3), 290–292.
Landsberg, G.M., et al. (2010). Cognitive dysfunction syndrome in dogs and cats: 10 years later. Veterinary Clinics: Small Animal Practice, 40(4), 601–616.
Let op: Deze blog is bedoeld als algemene informatie en is geen vervanging voor professioneel medisch advies. Maak je je zorgen over het gedrag of de gezondheid van je kat? Neem dan altijd contact op met een dierenarts. Ik ben niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen van het opvolgen van de informatie in dit artikel.


Contact
info@huisdiergadgets.nl
© 2025. All rights reserved.